eigenlijk: Carol Klein, Amerikaans componiste, pianiste, (pop)zangeres, *9.2.1942 Brooklyn. Na een afgebroken studie psychologie trad King in dienst van muziekuitgeverij Aldon en schreef muziek voor de platen van zangers als The Shirelles, The Drifters, The Everly Brothers, Bobby Vee, The Byrds, Aretha Franklin.
De composities van King, meestal met tekst van haar echtgenoot Gerry Goffin, werden door haarzelf uitgewerkt. Zij voorzag de zangers van een →demo, die al een vrijwel voltooid concept behelsde. De uiteindelijke plaatversie kwam dan in nauwe samenwerking met King als producer en/of arrangeur tot stand. Toen na ca. 1965 de vraag naar het werk van King afnam (popmusici gingen zelf hun repertoire schrijven) ging zij als uitvoerend musicus werken, en werd rond 1970 een populaire soliste. Haar tweede elpee, Tapestry, werd een van de meest verkochte platen. Nummers: It might as well rain until september (1962), Hes a bad boy (1963), Its too late (1971), Sweet seasons (1972), Jazzman (1974). LPs: The city (1968), Writer (1970), Tapestry (1971), Rhymes and reasons (1972), Fantasy (1973), Wrap around joy (1974).