Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kauwgom

betekenis & definitie

m./o., genotmiddel bestaande uit met smaakstoffen geprepareerde rubberachtige stoffen. (e) Kauwgom bestaat uit de niet-verteerbare kauwmassa, een mengsel van onoplosbare, rubberachtige stoffen en een aantal hulpstoffen, alsmede een eetbaar deel, bestaande uit suikers, smaaken kleurstoffen. Oorspronkelijk werd het uit Midden-Amerika afkomstige melksap van de sapota-boom (Manilkara zapotilla), de zgn. chiclegom, als kauwbasis gebruikt, later ook andere onoplosbare plantengommen of -harsen (b.v. natuurrubber, balata), tegenwoordig tevens thermoplastische kunststoffen (b.v. polyvinylacetaat, butylrubber, polyethyleen).

Na wassen en bleken worden de gommen heet gemengd, ingedampt, verder gehomogeniseerd, gehakt, uitgeperst en in strips gesneden. Na besterven kan de kauwmassa met suikers gedrageerd worden.