[Eng.], m. (-s), 1. grootzeil van de achterste mast van een viermastbark; 2. machine voor het verven van weefsels (e).
(e) De in de ververij gebruikte jigger bestaat in zijn grondvorm uit een verftrog en drie rollen: de middelste in de verfbak, de beide andere erboven. Het doek wordt van de ene rol, via de rol in het verfbad, op de andere rol gewikkeld, en wel zolang tot de vereiste kleurdiepte en egaliteit zijn bereikt.