(het accent valt volgens de afleiding op de laatste lettergreep, maar wordt meestal op ingelegd, omdat men denkt aan de tegenstelling met transitief), bn. en bw.,
1. (taalkunde) intransitieve werkwoorden; ook zelfst.: de intransitieven, onovergankelijke ww.;
2. (wiskunde) gezegd van een relatie tussen elementen van een verzameling als uit de geldigheid van de relatie voor de paren (a, b) en (b, c) niet de geldigheid voor het paar (a, c) volgt.