Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

inlaatsluis

betekenis & definitie

v./m. (-sluizen), sluis die het buitenwater moet binnenlaten.

(e) De inlaatsluis wordt o.a. gebruikt om het polderwater op peil te houden, voor waterverversing in steden, voor het voeden van scheepvaartkanalen, voor irrigatie en voor militaire inundatiedoeleinden. De beweegbare waterkering kan niet worden gevormd door de bij schutsluizen veelvuldig toegepaste puntdeuren, daar deze dan tegen de druk van het hoger staand buitenwater in geopend zouden moeten worden. Bij toepassing van deuren kunnen als beweegbare waterkering in aanmerking komen: schuiven, waaierdeuren, klepdeuren (→sluisdeur). Waaierdeuren hebben het voordeel dat zij ook gebruikt kunnen worden als het buitenwater lager is dan het binnenwater en de inlaatsluis bij uitzondering water moet uitlaten. Behalve deuren en schuiven kunnen ook schotbalken als waterkering dienst doen. Ook kunnen vergrendelde kleppen worden toegepast.

De inlaatsluis kan worden gemaakt als duikersluis (inlaatduiker met inlaatschuif) en als open sluis. De capaciteit van een inlaatsluis kan doelmatiger worden verkregen door diepe ligging van de drempel dan door grote wijdte van de sluis, te meer daar het inlaten vaak gewenst is bij lage waterstand.