Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

ignitron

betekenis & definitie

o. (-s), een gelijkrichtbuis, waarbij als kathode een kwikplas dienst doet en waarin zich een ontsteekelektrode en een anode bevinden.

(e) In ignitrons wordt als ontsteekelektrode een halfgeleider, b.v. boorcarbide gebruikt, die de kwikplas aan het oppervlak raakt. Als de anode een positieve potentiaal ten opzichte van de kathode heeft, zal er alleen stroomdoorgang kunnen plaatsvinden indien er elektronen (en ionen) aanwezig zijn. Deze nu worden gevormd door het aanleggen van een spanning aan de ontsteekelektrode, waardoor een boog ontstaat tussen deze elektrode en de kathode, en elektronen worden gevormd. Ignitrons worden gebruikt voor het gelijkrichten of besturen van sterke wisselstromen.

LITT. H.L.van der Horst, Gas-discharge tubes (1964).

< >