Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hoppen, vogelsoort

betekenis & definitie

m. (mv.), Upupidae, vogelfamilie, behorend tot de orde scharrelaarachtigen.

(e) De hoppen omvatten slechts één soort. De hop (Upupa epops) heeft een lengte van 25 cm. De bovenzijde is roodbruin, de vleugels en staart zijn zwart met witte dwarsvlekken. Op de kop staat een kuif van veren, die hij waaiervormig kan uitspreiden. In Nederland een onregelmatige, in België een zeer schaarse broedvogel. De hop komt verder in geheel Europa voor tot boven 70° NBr., verder in Azië en Afrika.

Noordelijke broedvogels trekken in het najaar naar tropisch Afrika en Indonesië. Hij voedt zich met insekten in mest of onder steenhopen, of met wormen uit de grond; de snavel is dan ook lang en priemvormig. De hop werpt zijn buit in de hoogte en vangt deze in zijn keel op. Hij broedt in holten. De nesten stinken, omdat de uitwerpselen van de jongen niet verwijderd worden en het vrouwtje in de stuitklier een sterk riekend vocht uitscheidt.

< >