m., een plotselinge uitstoting van lucht, die ontstaat doordat het slijmvlies van de luchtwegen geprikkeld wordt (e); als ziekelijke aandoening: een droge —; een schorre, een kuchende —; een losse —, waarbij het slijm gemakkelijk meekomt; ook: aanval van hoesten; (fig.) ik heb er de — van, ik heb er genoeg van, ik ben het moe; (ook) ik geef er niet om.
(e) De hoestneiging ontstaat door prikkeling van het slijmvlies van de luchtwegen of van de daarheen voerende zenuwen. Hoesten wordt voorafgegaan door een korte, diepe ademhaling. Het nut van het hoesten bestaat daarin dat door de krachtige luchtstroom de oorzaak van de prikkeling van het slijmvlies (b.v. ontstekingsprodukten en stof) verwijderd wordt.