o., bouwbeslag, m.n. al de onderdelen voor het draaibaar maken, in bepaalde stand vastzetten, afsluiten e.d. van deuren, ramen, laden, enz.
(e) Het hang-en-sluitwerk voor het draaibaar maken van b.v. deuren omvat gehengen (zeer lang en smal blad op de deur, draaibaar om een vaste pen, dat vaak met het andere blad tot een duim was gesmeed, vroeger vaak fraai uitgesmeed voor b.v. kerkdeuren), scharnieren met vaste pen (b.v. fitsen en paumelles), of (beter) met losse pen, bochtscharnieren (waarvan het blad evenwijdig aan de pen haaks omgezet is, opdat b.v. ramen over 180° kunnen draaien), kogelscharnieren (scharnier met losse pen; voorzien van twee kogellagertjes; voor zwaardere deuren b.v.), doordraaiende scharnieren om deuren naar beide kanten te kunnen openen (drie bladen met twee pennen en ingebouwde veer). Bouwbeslag voor het sluiten omvat knippen, grendels, schuiven, →sloten, espagnoletten, krukken, raamuitzetters enz.
