v./m. (-lagen), 1. onderste laag (van een stapel kogels, in een geologische formatie enz.); onderste laag verf, grondverf;
2. laag die uit een bepaalde soort van grond bestaat;
3. bij tapijten de algemene benaming voor de basis waarin de pool is verankerd ⓔ.
ⓔ Bij de traditionele tapijten vormen pool en grondlaag samen een weefconstructie waarbij meestal de garens van de grondlaag uit katoen en jute bestaan. Bij handgeknoopte tapijten wordt in plaats van katoen ook wel wol gebruikt. Voor ➝tuffed tapijten werd oorspronkelijk uitsluitend juteweefsel als grondlaag gebruikt, maar deze grondstof wordt meer en meer verdrongen door synthetisch materiaal, niet alleen in de vorm van een door garen gevormd weefsel, maar ook als gebonden vezelvliezen.