(Gabra Mika’el) [Ethiopisch, dienaar van Michaël], Ethiopisch theoloog en martelaar, *1791 MarthoulaMaryam, ♱28.8.1855Thieretsjia-Ghebala; van Portugees-Ethiopische afkomst. Ghebra Michael studeerde tot 1838 te Gondar.
In 1841 ontmoette hij een Italiaans lazarist, met wie hij naar Rome ging, waar hij werd ontvangen door paus Gregorius XVI. Onder de indruk van de roomskatholieke ➝christologie begon hij zijn monofysitisch theologische visie om te werken. De Ethiopische ➝aboena Salama verdacht hem hierdoor van arianisme. In 1844 ging Ghebra over tot het roomskatholicisme. Hij begon de catechismus en roomskatholiek theologische werken in Ethiopische talen te vertalen. Tijdens de vervolging van keizer Theodorus II in 1855 werd Ghebra gevangengenomen.
Als gevolg van de doorstane mishandelingen stierf hij enkele maanden later. Zijn zaligverklaring vond plaats in 1926.litt. J.Baeteman, Un martyr abyssin (1926); M. Constanza, Een Abbessijnsch martelaar (1940).
