Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gezinsbescherming

betekenis & definitie

v., wettelijke bescherming van echtgenoten tegen zichzelf en elkaar, zulks in het belang van het gezin.

(e) In Nederland is de gezinsbescherming geregeld in de artt. 87-89 eerste boek BW. Blijkens art. 87 is, wanneer er een gemeenschappelijke huishouding is, voor het sluiten van een koop of afbetaling van goederen, die kennelijk ten behoeve van de huishouding strekken, de medewerking van beide echtgenoten vereist; beide echtgenoten zijn dan tevens voor het geheel aansprakelijk. Bij gebreke van medewerking kan de kantonrechter de andere echtgenoot machtigen tot de koop op afbetaling. Bij gebreke van een en ander is de koop op afbetaling van de onder art. 87 vallende goederen geheel nietig. Art. 88 schrijft voor dat toestemming nodig is van de andere dan de handelende echtgenoot voor:

1. rechtshandelingen die tot gevolg hebben of kunnen hebben, dat de gemeenschappelijke woning of de woning die de andere echtgenoot alleen bewoont, moet worden verlaten of dat het gebruik van de inboedel van die woning wordt beëindigd;
2. schenkingen, behalve gebruikelijke, niet-bovenmatige;
3. het aangaan van borgtochten en daaraan verwante handelingen. Vervangende toestemming door de kantonrechter is ook hier mogelijk. Ontbreekt de toestemming, dan kan degene die deze had moeten geven de handeling vernietigen door een mededeling aan degene die de wederpartij van de andere echtgenoot was.

In België is de gezinsbescherming geregeld in Boek i en m BW, gewijzigd o.a. door de wetten van 30. 4.1958 en van 14.7.1976. Art. 214 bepaalt dat, bij gebreke van overeenstemming tussen de echtgenoten omtrent het vestigen van de echtelijke verblijfplaats, de vrederechter uitspraak doet in het belang van het gezin. Geen van de echtgenoten kan het goed dat tot de voornaamste woning van het gezin dient, noch het daarin aanwezige huisraad, vervreemden of verpanden zonder toestemming van de andere, zelfs wanneer dat huis of huisraad persoonlijk eigendom zou zijn van die echtgenoot. Weigert de andere zonder gewichtige redenen, dan kan de rechtbank van eerste aanleg machtiging geven om die handeling alleen te verrichten (art. 215). Een soortgelijke bepaling bestaat betreffende de huren. Hoewel iedere echtgenoot het recht heeft een beroep uit te oefenen zonder de instemming van de andere, kan deze laatste nochtans, indien hij oordeelt dat hieraan een ernstig nadeel verbonden is voor de zedelijke of stoffelijke belangen van het gezin, zich tot de rechtbank van eerste aanleg wenden, en kan de rechtbank de uitoefening van het beroep afhankelijk stellen van een voorafgaande wijziging van het huwelijksvermogenstelsel van de echtgenoten, dit alles in het belang van het gezin (art. 216).

Iedere schuld, die door een van de echtgenoten wordt aangegaan ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen, verbindt de andere echtgenoot hoofdelijk. Deze is echter niet aansprakelijk voor schulden die, gelet op de bestaansmiddelen van het gezin, buitensporig zijn (art. 222). Handelingen door een van de echtgenoten verricht met overtreding van genoemd art. 215, schenkingen die de belangen van het gezin in gevaar brengen, persoonlijke zekerheden door een echtgenoot gesteld welke die belangen krenken, kunnen door de rechter nietig worden verklaard met, in voorkomend geval, schadeloosstelling (art. 224).