v./m. (-len), (ook: gameet), cel die deelneemt aan de voortplanting, spermatozoön of eicel.
(e) Twee geslachtscellen versmelten en de daardoor bevruchte eicel heet vanaf dan ➝zygote. De vrouwelijke geslachtscel is de ➝eicel, mannelijke cellen zijn de ➝spermatozoën (minder juist: zaadcellen) of bij planten de ➝stuifmeelkorrels. Geslachtscellen zijn ➝haploïed en ontstaan bij dieren en bij hogere planten bij de reductiedeling (meiose). ➝bevruchting, ➝oögamie.