o., (ook: sekschromatine), de door een bepaalde kleuring zichtbaar te maken substantie die in cellen van vrouwelijke zoogdieren aanwezig is.
(e) Het geslachtschromatine is afkomstig van zich heterochromatisch gedragende geslachtschromosomen. Bij zoogdiervrouwtjes zijn twee X-chromosomen aanwezig en bij de mannetjes slechts één. De vrouwtjes hebben dus alle genen in het X-chromosoom in duplo, de mannetjes in enkelvoud. Bij de vrouwtjes blijft één X-chromosoom inactief, blijft compact en is dan in de kern als geslachtschromatine zichtbaar. Door dit mechanisme is de stofwisselingsactiviteit voor de genen op de geslachtschromosomen bij wijfjes en mannetjes gelijk. Aan het geslachtschromatine is het mogelijk het geslacht van een mens of zoogdier af te leiden.
Geslachtelijke afwijkingen kunnen gepaard gaan met afwijkingen van het geslachtschromatine. Zo wordt het Klinefelter-syndroom bij de mens veroorzaakt doordat een man een X-chromosoom teveel heeft: hij heeft dan ook geslachtschromatine, terwijl dit bij een man normaliter niet voorkomt.
