Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geldswaarde

betekenis & definitie

v.,

1. de waarde van een zaak in geld, de prijs; (ook) alles wat geld waard is, wat verkoopbaar, te gelde te maken is;
2. koopkracht van het geld, de waarde die het geld in het maatschappelijk verkeer heeft (e).

(e) Men onderscheidt de buitenwaarde en de binnenwaarde van het geld. De buitenwaarde van het geld is de ruilwaarde van het geld in buitenlandse valuta, weergegeven door de ➝wisselkoersen. De binnenwaarde van het geld wordt ook wel aangeduid als de koopkracht van het geld of kortweg als waarde van het geld. De hoeveelheid goederen en diensten die men kan verwerven door aanwending van een eenheid of bepaald nominaal bedrag geld is afhankelijk van het prijsniveau. De geldswaarde is dan dus omgekeerd evenredig met het prijsniveau: men spreekt van een geldswaardedaling (of -stijging) als dit prijsniveau omhoog (omlaag) gaat en dus minder (meer) goederen voor de geldeenheid kunnen worden gekocht. In het spraakgebruik pleegt men belangrijke stijgingen van het prijsniveau (en dus geldswaardedalingen) aan te duiden met de term ➝inflatie, het tegendeel met ➝deflatie. ➝Waardevast geld wil dan dus zeggen een constant prijsniveau (➝monetair evenwicht). Overigens kan de geldwaarde ook veranderen door een institutio-nele ingreep bij een ➝geldsanering, waarbij een nieuwe geldeenheid gelijk aan b.v. 100 oude geldeenheden wordt ingevoerd.

Aan het begrip geldswaarde is moeilijk een concrete inhoud te geven, het is dan ook altijd vaag en vooral bepaald door het nagestreefde doel. De ontwikkeling van een prijsniveau wordt nl. weergegeven door een gemiddelde prijs verandering van een pakket goederen, uitgedrukt in een prijsindexcijfer. Daar niet alle prijzen in dezelfde mate of richting veranderen en een keuze moet worden gedaan ten aanzien van de relevante goederen en hun relatieve betekenis (gewicht) voor het prijsniveau (gewogen gemiddelde), kunnen verschillende niet altijd gelijk bewegende prijsindexcijfers worden berekend en dus ook verschillende ontwikkelingen van de koopkracht van het geld. Vaak hanteert men, uitgaande van een koopkracht van het geld voor consumenten, een prijsindexcijfer van de kosten van levensonderhoud of gezinsconsumptie, maar ook dan blijven vele onzekerheden bestaan met betrekking tot de vraag wat wel en wat niet in het indexcijfer moet worden begrepen.

De verklaring waarom geld waarde heeft, is in essentie de vraag naar het wezen van het geld en wordt wel aangeduid als het kwalitatief-statische geldswaardeprobleem; de verklaring van de hoogte van en de veranderingen in de geldswaarde worden wel aangeduid als het kwantitatief-dynamische geldswaardeprobleem (➝geld, ➝geldtheorie).

LITT. C.Rist, Hist. des doctrines relatives au crédit et a la monnaie (1938, 2e dr. 1951); H.Visser, Monet. theorie (1973).