Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Geldrop

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant, 19,87 km2, 26 000 inw., 76 % r.k., 7 % n.h.

17 % overige en g. kerkg. De bodem bestaat uit diluviaal zand en beekklei langs de Rul. De gemeente, bestaande uit de dorpen Geldrop en Zesgehuchten (1921 gefuseerd), heeft in 1972 ten gunste van Eindhoven, Waalre en Heeze enkele grenscorrecties moeten ondergaan. De kern Geldrop heeft zich na 1945 sterk ontwikkeld tot woongemeente (pendel op Eindhoven) met een eigen werkgelegenheidscentrum (staalverwerkende industrie, houtbewerking, textielnijverheid, plasticindustrie, koekfabriek, elektrotechnische industrie). Binnen de gemeente ligt een gedeelte van het natuurreservaat de ‘Strabrechtse Heide’.

GESCHIEDENIS. Geldrop, vroeger een heerlijkheid, werd in 1462 door Aernt van Goer aan de landcommandeur van de Duitse Orde verkocht, waarna het werd overgedragen aan Filips van Hoorne. In 1768 werd de heerlijkheid aan Adriaan van Sprangh verkocht, wiens erfgenamen tot de dood van de barones Van Tuyll van Serooskerken-Quarles van Ufford (1972) het kasteel (uit 1616; in 1974 door de gemeente gekocht) bewoonden.