Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Frenkel (Theodorus Maurits (Theo))

betekenis & definitie

Ned. toneelspeler en filmregisseur, *14.7.1871 Rotterdam, ♱20.9.1956 Amsterdam; zoon van de toneelspeelster T. Mann-Bouwmeester, vader van de toneelspeler Theodor Frenkel.

Frenkel debuteerde bij het toneel in 1897 en noemde zich aanvankelijk Theo Bouwmeester. Hij had veel succes in het buitenland en speelde in 1908 voor de Franse filmmaatschappij Pathé in Parijs. In Londen werkte hij voor Cecil Hepworth en vervolgens bij de Kinemacolor Company van C. Urban, bij wie hij eerste regisseur werd, eerst in Brighton, daarna in Nice; in Berlijn werkte hij tot 1914 voor O. Messter. Terug in Nederland maakte hij als directeur en regisseur bij Amsterdam Film Co. bijna 20 films; in 1923 filmde hij weer voor korte tijd in Berlijn.

Na 1928 was Frenkel verbonden aan de KRO-radio en voerde hij de redactie van de Wereldkroniek. Films: Fatum (1915), Pro domo (1918), De duivel in Amsterdam (1919), Aan boord van de Sabine (1920), Cirque hollandais (1924), De cabaretprinses (1925).Litt. C. Koster, De Bouwmeesters (1973).

< >