Frans rooms-katholiek geestelijke, *3.1.1763 Ajaccio, ♱13.5.1839 Rome; halfbroer van Letitia Ramolino, de moeder van de Franse keizer Napoleon i. Fesch, in 1787 tot priester gewijd, werd door toedoen van Napoleon in 1796 oorlogscommissaris in Italië, waar hij ijverig kunstschatten vergaarde.
In 1802 werd hij aartsbisschop van Lyon, in 1803 kardinaal, in 1804 gezant bij de Heilige Stoel en in 1805 groot-aalmoezenier van het keizerrijk. Als voorzitter van een nationaal concilie te Parijs (1811) kwam Fesch op voor de rechten van de paus, maar viel daardoor in ongenade bij Napoleon. In 1814 vluchtte hij naar Rome. LITT. A.Ricard, Le Cardinal Fesch (1893); A. Latreille, Napoleon et le Saint-Siège (1936).
