[Eng. to fade, verflauwen], m., (radiotechniek) het fluctueren van de intensiteit van de ontvangst.
Fading treedt slechts op bij betrekkelijk kleine golflengten. De gedragingen van elektromagnetische golven ten aanzien van voortplanting en reflectie lopen voor de verschillende golflengten uiteen. De golven met golflengten van enkele kilometer tot een paar meter buigen met het aardoppervlak mee (bodemgolf). Deze golf wordt van het zendstation uitgaande geleidelijk zwakker in intensiteit, afhankelijk van de aard van de bodem. De intensiteit is op een bepaald punt dan ook steeds gelijk. Bij golven met kleinere golflengten tot ca. 15 m neemt de intensiteit van de bodemgolf zeer snel af.
Behalve de bodemgolf is er de ruimtegolf die niet met het aardoppervlak meebuigt, maar zich rechtlijnig voortplant. Directe verbinding tussen zender en ontvanger is, als deze ver van elkaar verwijderd zijn, slechts mogelijk door de boven de aarde gelegen ionosfeer en troposfeer, die elektromagnetische golven reflecteren. Daar ook het aardoppervlak deze eigenschap bezit en de intensiteitsafname door deze reflecties zeer gering is, bestaat er dus een goede verbindingsmogelijkheid daar de uitgestraalde golf regelmatig tussen ionosfeer en aarde heen en weer kaatst tot de ontvanger is bereikt. De hoogte van de ionosfeer boven de aarde is niet constant, en ook de reflectie-eigenschappen variëren als gevolg van atmosferische omstandigheden.
Langzame fading treedt in de ionosfeer op door afstandsverschillen, in de troposfeer door verandering van de meteorologische omstandigheden. Snelle fading geschiedt zowel in ionoals troposfeer doordat signalen met een gering wegverschil tegelijk de antenne bereiken. Om de hinderlijke sterkteverschillen die ten gevolge van fading kunnen optreden, te elimineren (fadingcompensatie), past men in het versterkergedeeite van radio-ontvangers een kunstgreep toe, waardoor de versterking omgekeerd evenredig wordt met de sterkte van de draaggolf van het inkomend signaal. Hierdoor is het mogelijk om sterkteverschillen van het inkomend signaal van 1 : 1000 onmerkbaar te maken voor de weergave.