m. (-s), grauwzwarte keversoort, die zijn eitjes in de jonge zaden van erwten legt.
De erwtekever, Bruchuspisorum, behoort tot de familie zaadkevertjes. Deze soort is verwant met de haantjes. De kop is snuitvormig verlengd; lengte tot 4,5 mm; zwart met bruine en witte vlekjes. Het wijfje legt eieren op de vruchtbeginsels van de erwt; de larven boren zich in de zaden. Men herkent aangestoken erwten aan een zwarte vlek, want het donkergekleurde insekt bevindt zich vlak onder de zaadhuid. Pas laat in het voorjaar kruipt de kever uit de erwt, zodat men bij het uitzaaien de insekten weer op het veld brengt. Bestrijding vindt plaats met zwafelkoolstof.