Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Drieklank

betekenis & definitie

m. (-en),

1. (muziek) een samenstelling van drie tonen: grondtoon, terts en kwint;
2. (vero.) vereniging van drie verschillende klinkers; het beschaafd Ned. heeft geen andere drieklank dan alleen iau in het tw. miauw.

Men onderscheidt grote (grote terts, reine kwint), kleine (kleine terts, reine kwint), verminderde drieklank (kleine terts, verminderde kwint), enz. De drieklanken van de eerste, vierde en vijfde trap worden de hoofddrieklanken genoemd; zij bevatten alle tonen van de toonladder en leggen daardoor de tonaliteit geheel vast. De overige drieklanken noemt men nevendrieklanken. Zie harmonieleer.