[Lat. dissonare, niet overeenstemmen], i. m. (-en), vereniging van niet-harmoniërende tonen ; (fig.) valse toon: die toespeling bracht een dissonant in de algemene feestvreugde; n. bn., wanluidend.
De opvatting dat de dissonant synoniem is met wanklank, is reeds lang opgegeven. De dissonant vindt zijn recht van bestaan in zijn oplossing die tot een rustpunt voert. In de moderne muziek wordt de dissonant meer zelfstandig gebruikt, zie consonant.