Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

collatierecht

betekenis & definitie

o., het recht een geestelijke te benoemen.

(e) Collatierecht is de in het middeleeuws kerkelijk recht in zwang gekomen term voor het recht van overdracht van een kerkelijk ambt met de daaraan verbonden inkomsten (beneficie) aan een bepaalde persoon. Dit recht kon zijn:

1. volledig ‘vrij’, d.w.z. de overdracht geschiedde zonder enige medewerking of tussenkomst van derden (de zgn. collatio of provisio libera);
2. ‘gebonden’, d.w.z. de ambtsoverdracht was afhankelijk van een daaraan voorafgaande wettige benoeming (b.v. van een bisschop door de koning), of presentatie (b.v. voordracht aan de bisschop door de stichter of weldoener van een kerk), of keuze (b.v. van een pastoor door de parochie) door derden (de zgn. collatio of provisio necessaria).

In het rooms-katholiek kerkelijk recht bestaan de privileges van keuze of voordracht nog slechts in zeer beperkte mate; normaal is het ‘vrije’ collatierecht van de paus en van de bisschop.

Het recht van collatie werd voorzover het door de staat in een aantal gemeenten van de Ned. Hervormde Kerk werd uitgeoefend, in 1861 opgeheven. Voorzover particulieren dat recht nog bezaten, verdween het in Nederland bij de grondwetsherziening van 1922. →patronaat.

< >