Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

cochenille

betekenis & definitie

v./m. (-s), kleurstof bestaande uit de gedroogde en fijngemalen lichamen van de vrouwelijke exemplaren van de schildluissoort Dactylopius coccus. De schildluis die de cochenille levert, komt in Mexico voor op enkele vijgcactussoorten, m.n. op Nopalea coccinellifera.

Cochenille bestaat voor ca. 10 % uit karmijnzuur, een beitskleurstof van het antrachinontype. Deze kleurstof geeft met een tinbeits op wol en zijde een zeer lichtbestendige kleur: scharlaken, dat vroeger zeer gezocht was voor militaire uniformen en jachtkleding.Het kweken van de schildluis werd reeds vóór de komst van de Europeanen door de Azteken beoefend. Later werd de cultuur ook in andere landen ingevoerd, o.a. op de Canarische Eilanden. Om de cultuur in stand te houden, laat men enkele wijfjes op stekken van de cactus binnenshuis overwinteren. In het voorjaar worden deze dieren weer uitgezet. Na verloop van tijd wordt de oogst aan volwassen wijfjes van de cactus afgeborsteld, met heet water gedood en gedroogd. Voor 1 kg van het poeder zijn ca. 150000 dieren nodig. Met de opkomst van de synthetische kleurstoffen aan het eind van de 19e eeuw is de cochenilleteelt sterk achteruitgegaan.

< >