[→Fr.], v./m. (-balen),
1. (ook: cymbalum), klankbekken; ieder van twee koperen of bronzen, in het midden gewelfde schijven die tegen elkaar worden geslagen;
2. orgelregister met een helder, scherp geluid;
3. hakkebord, een voorloper van het klavier;
4. (mv.) cimbaalkruid.