Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Bof

betekenis & definitie

I. tw., klanknabootsing van een doffe slag of smak;

II. zn. m. (-fen),

1. doffe slag, bons;
2. slag, stoot; (zegsw.): de – krijgen, plotseling zijn afscheid krijgen; met een –, plotseling; met één –, ineens, alles tegelijk;
3. goed geluk, toeval, buitenkansje: op de (wilde) – iets doen, op goed geluk af; wat een – dat ik hem nog thuis tref, gelukkig toeval, meevallertje; het heeft geen –, er valt niet op te roemen;
4. iemand een – zetten, iets doen wat een ander niet kan of durft navolgen, een bluffer geven;
5. iets op de – halen, op de pof;
6. besmettelijke ziekte, waarbij men een opgezet gezicht krijgt door ontsteking van de oorspeekselklier en zwelling van de lymfvaten: de – hebben;
7. runderziekte: een grote gasophoping in de pens; (plat) zich de – vreten, onmatig eten, zodat men benauwd wordt;
8. een mondvol, een beet; (ook) een grote hoeveelheid: een goede – erven;
9. hoog, bol opstaand opnaaisel aan kledingstukken, vooral van mouwen en broeken. De bof, parotitis epidemica, is een acute infectie die zich uit in een enkel- of dubbelzijdig zwellen van de oorspeekselklieren. Zij begint met zich onwel voelen; 12–24 dagen na de besmetting treedt (soms hevige) koorts op, een week later de zwelling met kauw- en slikbezwaren. Verettering van de klier komt niet voor. Na ongeveer een week verdwijnt de zwelling en treedt genezing op. De besmettelijkheid begint ca. 2 dagen voor het begin van de ziektesymptomen en houdt met het verdwijnen van de zwelling op. Als complicatie treedt soms ontsteking van de pancreas of van de zaadballen op. Encefalitis en doofheid kunnen als complicatie eveneens voorkomen. De ziekte komt voor bij kinderen in de schoolleeftijd, een enkele maal bij volwassenen. Voorkomen van bof door inenting met een verzwakt levend vaccin is mogelijk.

< >