onwel
...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., zich (op het moment) niet wel gevoelend, ongesteld: onwel zijn, worden; zich onwel gevoelen.
Muiswerk Educatief (2017)
onwel - bijwoord uitspraak: on-wel 1. niet in orde, een beetje ziek ♢ de oude man werd onwel bij het concert Bijwoord: on-wel Synoniemen gammel, ongesteld Tegenstellingen gezond, goed
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., net goed, net lekker, biroerd mâl, healnôch (en goar), healgear (en goar), net rjocht by de tiid, heal; zich — voelen, omkeard wêze; ik voel mij —, it keart my om; zeer — zijn, it skjin wei hawwe.
Jozef Verschueren (1930)
(on'wel) bn. lichtelijk ziek, met de bijgedachte van een onaangenaam gevoel: zijn; zich gevoelen. Syn. → krank.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: