Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Basis

betekenis & definitie

[Gr., dat waarop men loopt, grondslag], v. (basissen, bases),

1. datgene waarop een lichaam steunt of rust, grondslag, grondvlak, voet: de basis van een zuil (zie basement);
2. grondvlak, grondlijn van een wiskundige figuur b.v. van een driehoek; grondgetal van een talstelsel; in de landmeetkunde een rechte lijn in het driehoeksnet, waarvan de lengte nauwkeurig moet worden bepaald om de vorm en de grootte van het gehele terrein te kunnen berekenen;
3. in de krijgskunde een terrein, punt of groep van punten vanwaar de operaties tegen de vijand uitgaan; ook van havens gezegd: een basis voor duikbootoperaties; lucht—, vloot—; ook een bepaalde indeling van de krijgsmacht;
4. de tussenlaag in een bipolaire transistor, waardoor de te versterken stuurstroom wordt geleid;
5. (fig
.) grondslag, b.v. van een ontwerp, een beschouwing, een redenering: een kabinet op brede basis;
6. het geheel van de leden van een groep, die niet met de leiding ervan zijn belast, maar die de achterban vormen van de top: de leiding van de vakbond was totaal van zijn basis vervreemd.

KRIJGSKUNDE.

Hier is een basis het gebied, dat dienst doet als algemeen verzorgingscentrum voor de strijdkrachten. Sinds het midden van de jaren vijftig wordt in Nederland het samenstel van diensten, depots, werkplaatsen, enz. van de krijgsmacht ook wel basis genoemd.

In het Belg. leger vindt men voor land-, lucht- en zeemacht een basis, ingericht voor het bewaren van de oorlogsbehoeften, het onderhouden en het herstellen van het materieel. In de jaren zeventig is men begonnen met het oprichten van een nieuw organisme (ook basis genoemd) dat de basis van de drie machten onder één commando hergroepeert.

REKENKUNDE.

De basis is het grondgetal van een zeker talstelsel b.v. 10 bij het tientallig, 2 bij het tweetallig (binair) talstelsel (zie binair).

MEETKUNDE.

De basis is de grondlijn van een driehoek, d.i. een van de zijden van de driehoek (meestal horizontaal getekend), die om de een of andere reden van de beide andere zijden onderscheiden moet worden; grondvlak van een viervlak, piramide, cilinder of kegel.