Marcus Gavius, Romeins epicurist, tijdgenoot van keizer Tiberius (14-36 n. C.) te Rome.
Apicius was een vermaarde smulpaap die zijn tijd en geld besteedde aan het uitdenken van de meest geraffineerde gerechten. Zijn naam is spreekwoordelijk geworden voor lekkerbek. Volgens Seneca telde Apicius op een dag zijn fortuin en bemerkte dat hij in zijn leven 100 mln. sestertiën had uitgegeven aan zijn culinaire genoegens.Hem restte nog slechts 10 mln. sestertiën. Gekweld door de gedachte niet meer aan zijn culinaire hartstochten te kunnen toegeven en straks van honger te moeten omkomen, beroofde hij zich door vergiftiging van het leven. Hij wordt beschouwd als de oorspronkelijke schrijver van het Romeinse kookboek De re coquinaria, waarvan nog twee handschriften bestaan, één exemplaar in de bibliotheek van het Vaticaan, het andere in de bibliotheek van de Academy of Medicine in New York. Deze beide handschriften zijn echter geen kopieën van het werk van Apicius. Waarschijnlijk zijn zij aan het einde van de 4e of begin 5e eeuw ontstaan en er zijn veel andere recepten toegevoegd. Men vermoedt, dat ongeveer ⅗ van het werk oorspronkelijk van Apicius is.
Uitgave: door C. Giarzatana en F. Vollmer (1922).
LITT. B. Flower en E. Rozenbaum, Apicius, The Roman cookery book (1958); J. André, L’alimentation et la cuisine à Rome (1961); J. André, Apicius, l’art culinaire (1965); W.A. Forbes, De antieke keuken (1965).