Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Apicale dominantie

betekenis & definitie

de remmende werking die de eindknop van een plant of van een tak uitoefent op het uitlopen van de daaronder gelegen zijknoppen. Bij sterke dominantie blijft de plant geheel onvertakt (zonnebloem, lupine), maar bij geen of zwakke dominantie treedt min of meer sterke vertakking op, waardoor de plant een struikachtige vorm krijgt.

Na afsnijden van de eindknop in de natuur bij beschadiging van de eindknop door b.v. insekten komen de zijknoppen wel uit. De onderdrukking blijkt geregeld te worden door het door de eindknop afgescheiden (fyto)hormoon auxine.Na infectie van een tak met de bacterie Corynebacterium fascians lopen alle knoppen in de buurt gelijkmatig uit, zodat een heksenbezem ontstaat. Deze opheffing van de apicale dominantie wordt veroorzaakt door het door de bacterie afgescheiden hormoon cytokinine. Bij de aardappelknol, die in wezen een stengeldeel is, treedt eveneens apicale dominantie op. Als een van de ogen (het apicale oog) uitloopt, blijven de andere in rust.