affine'ren [Fr]j (affineerde, heeft geaffineerd), zuiveren, louteren, m.n. het scheiden van zilver en goud.
De scheiding van zilver en goud gebeurt met geconcentreerd zwavelzuur, waarbij het zilver oplost en goud achterblijft. Zilver lost op in geconcentreerd zwavelzuur bij verwarming, goud niet. De legering moet ten minste 2½ x meer zilver dan goud bevatten: bij een groter goudgehalte beschermt het goud het zilver, zodat het zwavelzuur niet werkt. Het scheiden geschiedde voor 1800 door middel van zuiver salpeterzuur (kwarteren). Het affineren van goud geschiedt thans ook langs elektrolytische weg.