Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Adams, Brooks

betekenis & definitie

Adams, Brooks, Amerikaans geschiedfilosoof, *24. 6.1848 Quincy (Mass.), +13.2.1927 Boston; broer van Henry Brooks, kleinzoon van John Adams. Hij was — in tegenstelling tot het in zijn tijd heersende vooruitgangsoptimisme pessimistisch aangaande de cultuur van zijn tijd, die hij vergeleek met die van Rome in zijn ondergangsfase. In The law of civilization and decay (1895), trachtte hij aan te tonen dat elke beschaving begint met een fase van decentralisatie, waarin vrees en fantasie, godsdienst, kunst en krijgshaftigheid overheersen, en vervolgens overgaat in een fase van centralisatie, van concentratie van de bevolking en het geld in grote steden, van materialisme en verminderende weerbaarheid, en tenslotte een terugval in barbarendom. Werken: America’s economic supremacy (1900), The new empire (1902), The theory of social révolution (1913).

LITT. A.F.Beringause, B.Adams (1955); T.P.Donovan, H.Adams and B.Adams (1961).

< >