Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aak (schepen)

betekenis & definitie

aak2, v./m. (aken), ook: aakkast; verzamelnaam voor platboomde (= met platte bodem) typen binnenvaartschepen voor het vervoer van stukgoed en voor los gestorte (in bulk) lading (kolen, graan, erts e.d.).

In hun soort zijn de Rijnaken meestal de grootste; er zijn er met 4000 t laadcapaciteit. Men spreekt overigens niet van Maas-, Schelde- of IJsselaken. Oorspronkelijk waren de aken sleepschepen, die vroeger door paarden, thans door sleepboten worden getrokken. Vele zijn in de loop van de jaren gemotoriseerd, hetzij door in het achterschip een motorkamer met motor te maken, of door er een nieuw achterschip met motorkamer aan te lassen. In de overgangstijd naar de -»-duwvaart zijn er ook aken tot duwbakken verbouwd.

< >