Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

ontluisterend

betekenis & definitie

teleurstellend, roemloos, beschamend

uitspraak
[ont-luis-tuh-runt]

citaat
“In een olympisch record heeft Ted-Jan Bloemen op de Gangneung Oval de olympische 10 kilometer gewonnen. Achter de Nederlandse Canadees werd Jorrit Bergsma tweede en de Italiaan Nicola Tumolero derde. Ontluisterend was het optreden van Sven Kramer. De Fries werd slechts zesde. ‘Dit is gewoon slecht’, reageerde hij na afloop.”
Bron: Ontluisterend optreden Kramer op 10 kilometer - Canadees Bloemen wint, zilver voor Bergsma (Erik van Lakerveld, de Volkskrant, 15 februari 2018)

woordfeit
In ontluisterend zit het zelfstandig naamwoord luister, dat ‘glans’, ‘schoonheid’ of ‘aanzien’ betekent. Met ont- wordt uitgedrukt dat iets van zijn luister ontdaan wordt; vandaar dat ontluisterend ‘teleurstellend’ betekent of (iets negatiever) ‘beschamend slecht’. Luister komt ook voor in de uitdrukking luister bijzetten (‘mooier maken, in positieve zin beïnvloeden’).
Met het alledaagse woord luisteren (‘toehoren’) heeft het hier bedoelde luister niets te maken: het komt van het Franse lustre, dat weer is ontleend aan het Italiaanse lustro ‘glans, schittering, roem’. Dat woord is afgeleid van lustrare ‘verheerlijken, verlichten’, dat uit het Latijn is overgenomen en waarschijnlijk verwant is met (of afgeleid is van) het Latijnse woord voor ‘licht’: lux. Aan het Latijnse lustrare danken we via via ook de woorden illustreren/illustratie en illuster (‘beroemd, uitstekend’).