Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

jobstijding

betekenis & definitie

onheilsbericht, zeer slecht nieuws

uitspraak
[jops-tij-ding]

citaat
"Die onheilstijding heeft Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw, gebracht op een persconferentie over de bouwconjunctuur in ons land. De 'jobstijding' – in meer dan één betekenis – komt aan de vooravond van de jaarlijkse nationale beurs Batibouw."
Bron: "Sinds 2011 verloor bouwsector 19.000 jobs, tegen 2019 dreigt verlies van nog eens 26.000" (Metro, 11 februari 2016)

woordfeit
In het jobstijding (letterlijk: 'boodschap aan Job'). Tijding is een oud woord voor 'bericht, nieuws', dat onder meer verwant is aan het Duitse Zeitung 'krant'.
Andere woorden en uitdrukkingen die we aan dit verhaal danken, zijn jobsbode 'ongeluksbode', jobsgeduld 'zeer groot, taai geduld' en zo arm als Job 'straatarm'.