Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 13-09-2019

Piltdown-mens

betekenis & definitie

Naam gegeven aan een nep-fossiel dat van 1912 tot 1953 abusievelijk versleten werd voor een oude voorloper van de mens

In een opgraving bij het Engelse plaatsje Piltdown werd in december 1912 een opmerkelijke fossiele schedel gevonden. De Britse paleontologen Arthur Smith Wooodland en Charles Dawson presenteerden de vondst als een ontbrekende schakel tussen mens en mensapen. Hij werd aanvankelijk Eoanthropus dawsoni genoemd (Dawson's dawn man) en geschat op enkele miljoenen jaren oud. De schedel had een grote herseninhoud, terwijl het aangezicht en de kaken erg aapachtig waren. Deze combinatie van kenmerken klopte heel goed met een theorie van de Engelse onderzoekers destijds, dat het ontstaan van de mens in een heel ver verleden had plaatsgevonden. De mens zou een aparte lijn zijn, niet verwant aan de Afrikaanse mensapen, zoals Charles Darwin had gesuggereerd.

Maar door de vondst van nieuwe fossielen werd de positie van Piltdown Man onhoudbaar. In 1953 volgde de ontmaskering. De kaak bleek van een orang-oetan te zijn en de schedel van een moderne mens. Beide waren bewerkt om ze oud te laten lijken. Ook artefacten uit de opgraving waren vervalst, zoals een bekrast stuk ivoor.

We weten niet wie de vervalsing in elkaar gezet heeft. De dader heeft het geheim meegenomen in zijn graf. Men denkt aan de onderzoeksassistent, Martin Hinton (1883-1961), maar ook aan de onderzoeksleider zelf, Charles Dawson (1864-1916).

De Piltdown-mens heeft het denken over evolutie jarenlang op een verkeerd spoor gezet. Homo sapiens bleek helemaal niet zo oud te zijn: hoogstens een paar honderdduizend jaar. De eerste homininen liepen wel op twee benen, maar pas veel later begon het hersenvolume toe te nemen.