Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Ramkraak

betekenis & definitie

Ramkraak - etalagediefstal waarbij de inbreker met een (gestolen) auto met volle kracht een winkeletalage ramt om er vervolgens met de uitgestalde waren vandoor te gaan. Ook als methode bij bankovervallen. Informeel. Vgl. de Engelse slangtermen ramraid en smash-and-grab-raid. Het fenomeen dook eind jaren tachtig voor het eerst op. In Nederland gebruikt men eveneens het woord snelkraak.

Twee mannen hebben donderdagochtend vroeg een ramkraak gepleegd in een winkel in de Statiestraat in Berchem. Met een vw Passat reden ze de ruit van een winkel aan diggelen. De buit was schamel: alleen een walkman. De Morgen, 24-12-93

Harry onthulde dat hij in de tijd van de ramkraken ook voor de Amsterdamse CID had gewerkt. Vrij Nederland, 14-03-98