individueel - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: in-di-vi-du-eel
1. van of voor iedere persoon afzonderlijk
♢ hier krijgt elke leerling individueel les
1. een individuele arbeidsovereenkomst
[contract tussen werkgever en één werknemer]
Bijvoeglijk naamwoord: in-di-vi-du-eel
... is individueler dan ...
het individueelst
de/het individuele ...
iets individueels
Synoniemen
persoonlijk
Tegenstellingen
collectief, gemeenschappelijk
Gepubliceerd op 14-11-2017
individueel
betekenis & definitie