delegeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: de-le-ge-ren
1. iemand als vertegenwoordiger sturen
♢ we delegeerden Willem
2. het aan iemand anders overlaten
♢ de directeur delegeert veel werk aan zijn secretaresse
Regelmatig werkwoord: de-le-ge-ren
ik delegeer
jij/u delegeert
hij/zij delegeert
wij/zij/jullie delegeren
ik/jij/u/hij/zij delegeerde
wij/zij/jullie delegeerden
hij heeft gedelegeerd
de/het/een gedelegeerde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk