boenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: boe-nen
1. schoonmaken met een borstel
♢ ze boende de vloer met zeepsop
Regelmatig werkwoord: boe-nen
ik boen
jij/u boent
hij/zij boent
wij/zij/jullie boenen
ik/jij/u/hij/zij boende
wij/zij/jullie boenden
hij heeft geboend
de/het/een geboende ....
boenend, boenende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk