vloer - zelfstandig naamwoord
1. grondvlak van een ruimte
♢ wij hebben een vloer van planken
1. de vloer met hem aanvegen
[hem vernietigende kritiek geven]
2. bij iemand over de vloer komen
[er regelmatig op bezoek komen]
3. je kunt er van de vloer eten
[het is er heel erg schoon]
4. beentjes van de vloer
[dansen]
5. ik dacht dat ik door de vloer zou zakken
[ik schaamde me diep]
Zelfstandig naamwoord: vloer
de vloer
de vloeren
het vloertje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk