bijmaken - regelmatig werkwoord
uitspraak: bij-ma-ken
1. nog extra maken
♢ je moet er nog tien sommen bijmaken
2. nog extra aanmaken
♢ het is niet meer voorradig, maar we kunnen het voor u bijmaken
Regelmatig werkwoord: bij-ma-ken
ik maak bij (... ik bijmaak)
jij/u maakt bij (... jij bijmaakt)
hij/zij maakt bij (... hij bijmaakt)
wij/zij/jullie maken bij (... wij bijmaken)
ik/jij/u/hij/zij maakte bij (... ik bijmaakte)
wij/zij/jullie maakten bij (... wij bijmaakten)
hij heeft bijgemaakt
de/het/een bijgemaakte ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk