bijmaken
bijmaken - regelmatig werkwoord uitspraak: bij-ma-ken 1. nog extra maken ♢ je moet er nog tien sommen bijmaken 2. nog extra aanmaken ♢ het is niet meer voorradig, maar we kunnen het voor u bijma...
Muiswerk Educatief (2017)
bijmaken - regelmatig werkwoord uitspraak: bij-ma-ken 1. nog extra maken ♢ je moet er nog tien sommen bijmaken 2. nog extra aanmaken ♢ het is niet meer voorradig, maar we kunnen het voor u bijma...
Van Dale Uitgevers (1950)
(maakte bij, heeft bijgemaakt), 1. iem. bijmaken, weer tot bewustzijn brengen ; 2. als aanvulling, extra maken: die leerling moet nog sommen bijmaken ; bijpassend aanmaken : het is niet voorradig, maar het kan voor u bijgemaakt worden; 3. (scheepst.) zeilen bijmaken, bijzetten.
Jozef Verschueren (1930)
(’bij) (maakte bij, heeft bijgemaakt) 1. tot bewustzijn brengen : iemand -. 2. meer maken tot aanvulling van de bestaande voorraad : nog andere zakken -. 3. Scheepst. bijzetten : zeilen -.
J.H. van Dale (1898)
BIJMAKEN, (maakte bij, heeft bijgemaakt), iem. bijmaken, weer tot bewustzijn brengen, — nog meer maken die leerling moet nog sommen bijmaken; — het is niet voorradig, maar het kan voor u bijgemaakt worden, in overeenstemming met het andere maken; — (scheepst.) zeilen bijmaken, bijzetten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: