(Dorp 210), oorspronkelijk gewijd aan St.-Nicolaas, is een eenbeukige, bakstenen kruiskerk met een lager en smaller, driezijdig gesloten koor. De onderste geleding van de ingebouwde westtoren en de aansluitende delen van de westelijke schipmuren dateren vermoedelijk uit de 13de eeuw.
De kerk kreeg haar uiteindelijke vorm door enkele verbouwingen in de 14de en 15de eeuw. De tweede torengeleding dateert uit de 15de eeuw, ook al doet de detaillering met boogfriezen en spaarvelden romaans aan (vergelijk de torens van Linschoten en Polsbroek).Omstreeks 1500 veranderde men het oorspronkelijk driebeukige schip in een eenbeukige ruimte door het weghalen van de zuilen. De kerk heeft houten tongewelven met gesneden en gepolychromeerde gewelfschotels, terwijl het torenportaal een stenen tongewelf heeft. In 1956-'59 restaureerde men de kerk, waarbij enkele in 1839 aangebrachte veranderingen werden weggewerkt; de vensters herkregen bakstenen traceringen en er kwamen opnieuw houten trekbalken met korbelen, sleutelstukken en muurstijlen. Ook de deels dichtgemetselde vensters van het koor werden heropend. Bij de restauratie heeft men het koor weer bij het schip getrokken en het orgel verplaatst van de koorscheiding naar de torenwand. In de kerk staat een renaissance-preekstoel, in 1619 vervaardigd door de IJsselsteinse timmerman Olof Adriaensz.
De zeskantige kuip is met boogpanelen versierd. De koperen lessenaar dateert uit 1707. Het door J.J.H. Bätz vervaardigde orgel werd in 1754 aan de kerk geschonken door de familie De Milan Visconti, die in Benschop haar buitenverblijf Snellenburg had. Zijn wapen is aangebracht tegen de met een rijke rococo-rand afgewerkte balustrade. Op de middentoren van het orgel zijn gesneden kroondragende leeuwen zichtbaar; ze dragen de wapens van Marie Louisa van Hessen-Kassel, in haar hoedanigheid van vrouwe van IJsselstein en van haar in 1711 overleden man Johan Willem Friso, stadhouder van Friesland en Groningen. Vermeldenswaard zijn verder de herenbank met het wapen van De Milan Visconti (1754), het houten grafmonument van kapitein-ter-zee A.F. van Zijll (1697) en het houten gedenkbord voor de metselaar en makelaar Isaäk Innsen (†1756).
Tot de inventaris behoren ook 19de-eeuwse interieuronderdelen, zoals een Tien Gebodenbord (1806), een bord met de Twaalf Geloofsartikelen (1806), twee koperen lichtarmen, een koperen voorzangerslessenaar en een doopbekkenhouder (alle uit 1827). De drie koperen kronen uit 1827 komen uit de Waalse Kerk te Rotterdam.