Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Het stadhuis in Zwolle

betekenis & definitie

Het stadhuis (Sassenstraat 2) is een gebouwencomplex dat in het midden van de 15de eeuw tot stand kwam door vervanging van het oude raadhuis aan het Grote Kerkplein. Aan de Sassenstraat verrezen het Raadhuis (1447-'48) en het Wijnhuis (1448-'49) en aan het Grote Kerkplein de Raadhuistoren (1448-'52).

Aan de Sassenstraat werden door aankoop en verbouwing nog het Meentehuis (1448) en het pand van Dirk Mostert (1459) toegevoegd. Van die gebouwen bleven het Raadhuis, het Meentehuis en het Dirk Mosterthuis behouden.

Ze zijn sinds een ingrijpende verbouwing in 1821 verenigd achter een gepleisterde lijstgevel (gewijzigd in 1863), waarvoor ook enkele vloerniveaus zijn aangepast. De laat-gotische natuurstenen gevel voor het Raadhuis en het Wijnhuis is toen gesloopt.

In 1840 werd het Wijnhuis aan de Sassenstraat ingekort voor een betere ontsluiting van het in 1827 heringerichte Grote Kerkplein. De rest van het Wijnhuis en de Raadhuistoren vielen in 1868 onder de hamer voor de bouw van de Brouwersschool (gesloopt 1936).De achtergevel van het Raadhuis, met korfboogvormige vensternissen, is in 1976 gerestaureerd naar plannen van P.B. Offringa en in okerkleur geschilderd. Van de geveltop is het benedendeel met een reeks getoogde venster- en blindnissen bewaard gebleven. Onder het Raadhuis, het Meentehuis en het Mosterthuis bevinden zich middeleeuwse kelders met stenen overwelvingen. Een deel van het muurwerk van het Meentehuis gaat waarschijnlijk terug tot kort na de stadsbrand van 1324 en ook het Mosterthuis heeft een 14de-eeuwse oorsprong. Het cassettenplafond op de verdieping van het Mosterthuis dateert waarschijnlijk uit de 17de eeuw.

De voorm. Raadzaal of Schepenzaal, nu Trouwzaal, uit 1448 heeft als zoldering een samengestelde balklaag met fraaie, beschilderde consoles met burleske figuren, gesneden door meester Johan uit Kampen. Op de balken zijn in 1451 zonnen en manen aangebracht. De schouw toont driemaal het Zwolse wapen. Op de hoeken zijn gesmede drielichtsblakers (1449) bevestigd. De ijzeren kachelplaten dateren uit het derde kwart van de 16de eeuw; hierop prijken voorstellingen van Fortitudo, Justitia, een figuur met kelk en een krijgsman.

Tegen de boezem van de schoorsteen heeft men in 1606 een groot anoniem schilderstuk met voorstelling van het Laatste Oordeel aangebracht. De maniëristische omlijsting is van Sweer Kistemaker. Tot de oorspronkelijke inrichting behoren verder vier muurkastjes met eikenhouten deurtjes voorzien van flamboyant traceerwerk. In de zaal hangen twee laatgotische geelkoperen kaarsenkronen, beide bekroond door Maria met het kind Jezus; ze zijn afkomstig uit de schepenkapel van de Grote Kerk (1658 hersteld). De deuromlijstingen dateren waarschijnlijk van de modernisering van de raadzaal in 1658. Verder bevat de zaal nog een 17de-eeuwse balie met zitbank, een klok uit 1728, gemaakt door W.

Bramer sr., en een reeks Oranje-portretten (17de en 18de eeuw). De zaal boven de Raadzaal heeft een zoldering met samengestelde balklaag ondersteund door korbeelstellen met geprofileerde sleutelstukken; in de korbelen is het eigendomsmerk van de stad geritst. De kapconstructie van dit bouwdeel, met gestapelde jukken, is grotendeels bewaard gebleven.

De in 1973-'75 aan het Grote Kerkplein verwezenlijkte nieuwbouw is een ontwerp van J.J. Konijnenburg. De gevels hebben een verticale structuur van glaspuien en dragende betonnen schijven, bekleed met natuursteen. De nieuwe raadzaal heeft een zaagtanddak gedragen door gelamineerde houten liggers. Voor de bouw van de nieuwe vleugel heeft men de achtergevel van het Meentehuis iets terug gelegd.

Bovendien reconstrueerde men toen de renaissance-bogen in de hal.