Gepubliceerd op 10-10-2017

De R.K. St.-Bartholomeuskerk in Meerssen

betekenis & definitie

De R.K. St.-Bartholomeuskerk (Markt 23) is een rijzige driebeukige mergelstenen kruisbasiliek met een langgerekt, vijfzijdig gesloten koor en een forse vieringdakruiter. Ter plaatse van de huidige kerk bevond zich oorspronkelijk de vroeg-middeleeuwse paltskapel, die kort na 1100 onder leiding van de benedictijner monniken werd verbouwd tot een romaanse kerk.

In deze kerk vond in 1222 het sacramentswonder plaats. Het mede ten behoeve van de pelgrims gebouwde gotische schip, dat oorspronkelijk slechts drie traveeën telde, zal vóór 1318 gereed gekomen zijn. Het hoog-gotische koor en dwarsschip - dat niet uitspringt buiten de zijbeuken - ontstonden bij een volgende bouwcampagne onder leiding van proost Jean de Beaufort. Deze kort na 1334 aangevangen bouwfase duurde vermoedelijk tot het eind van de 14de eeuw. In 1465 staken huursoldaten van de heer van Borgharen het gebouw in brand. Hierbij voltrok zich een tweede sacramentswonder: de relieken en hun redder kwamen ongeschonden uit de brand te voorschijn. Bij de herbouw van de kerk werden luchtbogen toegevoegd en verrees het rijke laat-gotische noordportaal waarop de sacramentsrelieken getoond konden worden. In 1574 werd de gotische westtoren door Staatse troepen in brand gestoken. De restanten hiervan stortten in bij een storm in 1649. De proosdij ging in 1612 over aan de augustijner monniken van Eaucourt. In 1633 werd de kerk een simultaankerk voor katholieken en protestanten en bouwde men een scheidingsmuur in de vorm van een oksaal tussen koor en dwarsschip. In 1747 werd de kerk opnieuw door een storm zwaar beschadigd. Bij de herbouw in 1749 kon de toren wegens geldgebrek niet worden herbouwd.

De proosdij werd in 1795 opgeheven en de kerk werd tussen 1798 en 1802 gesloten. Na het opheffen van het simultaneum (1837) sloopte men de scheidingsmuur. Onder leiding van Joh. Kayser werd de kerk in 1879-'82 ingrijpend gerestaureerd, waarbij de kruisribgewelven in het schip werden vernieuwd. Ook verrees op de viering een neogotische kruisingstoren. Bij de restauratie van het koor in 1895-1901 werden venstertraceringen opnieuw aangebracht, evenals balustraden met pinakels langs de dakrand. In 1910-'12 heeft men het noordportaal gerestaureerd. Bij een volgende restauratie in 1936-'38 onder leiding van J.Th.J. Cuypers en P. Cuypers jr., verlengde men het schip westwaarts met drie traveeën en werd de neogotische dakruiter vervangen door een soberder variant. Na het gereedkomen van de restauratie werd de kerk op grond van haar betekenis als bedevaartskerk van het Heilig Sacrament verheven tot ‘Basilica Minor’. De laatste restauratie heeft plaatsgevonden in 1986-'88. Hierbij zijn onder meer de pinakels vernieuwd.

Het rijzige interieur wordt gedekt door kruisribgewelven die via een triforium met schalken rusten op spitsbogige arcaden, ondersteund door ronde zuilen met Maaskapitelen en voorzien van kolonnetten (eind 13de eeuw). De kruising heeft een stergewelf. Door zijn ruimtewerking wordt de kerk als een pronkstuk van de Maasgotiek beschouwd. De kerk bevat een bijzonder rijk gehouwen laat-gotische sacramentstoren - of Theoteca - van negen verdiepingen, vervaardigd begin 16de eeuw in opdracht van de ‘Broederschap van Sintouwerenkas’. Van het figurale beeldhouwwerk zijn de groepen van de mannaregen, het avondmaal en de offerande van Melchisedech oorspronkelijk. De sacramentstoren is in 1910-'12 gerestaureerd door de Gebr. Ramakers.

Verder bevat de kerk op het zijaltaar een laat-gotisch beeld van St. Barbara (circa 1500) en op een neogotische triomfbalk (1905) een 16de-eeuwse calvarie. Tot de inventaris behoren ook een hoofdaltaar (1897), een communiebank (1898) en een groot H. Hartbeeld (1910), alle ontworpen door P.J.H. Cuypers en vervaardigd door Gebr. Ramakers. De in 1911 door Joh. Kayser ontworpen preekstoel is uitgevoerd door H. Kohl en de Gebr. Ramakers. De gebrandschilderde koorvensters zijn vervaardigd door F. Nicolas (1897), die in het schip door J. ten Horn (1950-'60) en het westvenster is van Ch. Eyck. Het grote orgel is in 1988 door de firma Willebrand gebouwd ter vervanging van het Vermeulen-orgel uit 1938; het in 1980 gebouwde koororgel bevat delen van een oude biechtstoel uit 1788.

De in 1878 tegen de zuidzijde van het koor gebouwde neogotische sacristie is gerestaureerd in 1936-'38. Er tegenaan staan enkele hardstenen grafkruisen (17de eeuw) en tegen de zuidmuur van de kerk bevinden zich de neoclassicistische grafstenen voor C.C. Roemers († 1838) en H. van Aubel († 1863). Aan de oostzijde staat de opvallend rijke neogotische grafkapel van de fabrikantenfamilie Regout (Markt 15) uit 1869. Mede vanwege zijn gespannen verhouding met het Maastrichtse gemeentebestuur liet Petrus Regout deze kapel voor zichzelf († 1878) en voor zijn vrouw M.A. Hoeberechts († 1878) hier bouwen en niet in zijn woonplaats Maastricht.

Het Proosdijpark ten westen van de kerk werd in 1642 gesticht en was oorspronkelijk classicistisch ingericht. De proosdijgebouwen en -tuin werden in 1804 gekocht door C.C. Roemers. Hij liet het complex afbreken en een herenhuis - ook ‘proosdij-kasteel’ genoemd - bouwen tegen de westzijde van de kerk. De tuin werd in late landschapsstijl omgevormd. In de zuidoosthoek verrees in 1858 een folly in de vorm van een - niet functionele - brug in vroege cementrustiek met onderdelen van de gesloopte proosdij. Verdere landschappelijke aanpassingen volgden rond 1890 in opdracht van A. Stevens naar plannen van L. von Fisenne. In 1888 verrees in Frans-eclectische vormen de opvallende theekoepel, die ‘Gloriette’ wordt genoemd. Ter vervanging van het in 1936 afgebroken ‘proosdij-kasteel’ verrees in 1936-'38 iets westelijker het klooster van de Kleine Zusters van St. Joseph (Markt 25), annex secretariaat van de St.-Bartholomeuskerk. Het ontwerp in traditionalistische vormen is van J.Th.J. Cuypers. In de tuin bevindt zich een oorspronkelijk draaibaar tuinhuisje uit die tijd. Ter inlossing van een belofte van de Kleine Zusters werd in 1942 eveneens door Cuypers in traditionalistische stijl de zeskantige Vredeskapel gebouwd. Door Ch. Eyck ontworpen en door G. Lahaye gemaakt zijn de vier flankerende beelden (1950).