Gepubliceerd op 02-01-2020

Rijksuniversiteit Groningen in Groningen

betekenis & definitie

Rijksuniversiteit Groningen. In 1614 werd in Groningen een universiteit of Academie gesticht.

De gebouwen lagen vanouds in de binnenstad en tot in de 19de eeuw gebruikte men daartoe reeds bestaande panden. Het navolgend overzicht bevat speciaal voor de universiteit ontworpen gebouwen.Na een brand in 1906 verrees in 1907-'09 op de fundamenten van het afgebrande neoclassicistische academiegebouw (1850) het huidige Academiegebouw (Broerstraat 5) naar ontwerp van de Rijksbouwmeester voor onderwijsgebouwen, J.A.W. Vrijman. Het monumentale gebouw met souterrain en midden- en zijrisalieten is uitgevoerd in rijke neorenaissance-stijl. Voor de hoofdvorm, met name de middenpartij met rondbooggalerij, heeft het stadhuis van Bremen als voorbeeld gediend. Het beeldhouwwerk, zoals de beelden voorstellende Minerva, Scientia, Historia, Prudentia en Mathematica, zijn van de hand van P. Ackermans.

Aan de westzijde bevindt zich een ronde traptoren die is voorzien van een achtzijdige bovenbouw met balustrade, achtkant, uivormige bekroning en opengewerkte lantaarn. Het uurwerk in de toren is geschonken door de Groninger burgerij. De overwelfde hal met monumentaal trappenhuis heeft gebrandschilderde ramen van R. en O. Linnemann, voorstellende de vijf faculteiten en de godin Minerva. Verder is er een raam ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de universiteit. De aula heeft een rijk versierd koofgewelf en aan de kopse wand betimmeringen, een eikenhouten spreekgestoelte en muurschilderingen met als thema de Boom der Kennis.

Deze schilderingen uit 1987 door M. Röling en W. Muller vervangen de oorspronkelijke van de gebroeders Linnemann. De gebrandschilderde ramen zijn van Joh. Dijkstra (1938-'53). Diverse andere vertrekken hebben nog hun rijke neorenaissance-aankleding.

Aan de wanden van de senaatszaal hangen reeksen portretten van vroegere hoogleraren. Aan de achterzijde is het gebouw in de jaren zestig met enkele vleugels uitgebreid.

Andere universiteitsgebouwen. Vanaf midden 19de eeuw volgden diverse nieuwe gebouwen, die nu vrijwel alle een andere universitaire bestemming hebben. We geven een selectie van de belangrijkste, vooroorlogse gebouwen, waarbij de nieuwe functies niet worden vermeld.

In de directe omgeving van het Academiegebouw verrees in 1883 het voorm. Hygiënisch-Pharmacologisch Laboratorium (Broerstraat 9), naar een ontwerp in neorenaissance-vormen van Rijksbouwmeester J. van Lokhorst. Boven de ingang hangt een beeld van E. Bourgonjon, voorstellende Hygieia. In de Hortusbuurt, genoemd naar de in 1626 aangelegde Hortus Groninganus (in 1966 verplaatst naar Haren), staan diverse universiteitsgebouwen. Het voorm.

Pharmaceutisch Laboratorium (Grote Rozenstraat 15) uit 1880 is gebouwd met neorenaissance-elementen. Bij de Hortus kwam in 1899 het voorm. Botanisch Laboratorium (Grote Rozenstraat 31), nu ‘Bouwman-gebouw’, tot stand naar ontwerp van J. van Lokhorst. Het is in 1909 aan de linkerzijde in aangepaste stijl uitgebreid naar plannen van J.A.W. Vrijman. Op het terrein van de geslechte vestingwerken (de Kranedwinger) ten westen van de binnenstad verrezen twee belangrijke universiteitsgebouwen, beide naar een neogotisch ontwerp van J. van Lokhorst.

Bij de bouw van het uit 1889-'92 daterende voorm. Physisch Laboratorium (Westersingel 34) is het gebruik van ijzer en staal vermeden, opdat men magnetische waarnemingen zo nauwkeurig mogelijk zou kunnen verrichten. Het beeld van Athena aan de noordgevel van het donjon-achtige bouwdeel is van E. Bourgonjon. Een vleugel aan de westzijde is afgebroken. Het nabijgelegen voorm.

Mineralogisch-Geologisch Instituut (Melkweg 1) kwam in 1898-1901 tot stand als een drielaags gebouw op min of meer L-vormige plattegrond met per bouwdeel zeer verschillend uitgewerkte gevels. Opvallende elementen zijn de grote ronde hoektoren en de hoger opgaande ‘donjon’ met slanke ronde traptoren. Aan weerszijden van de hoofdingang zitten natuurstenen platen met Latijnse spreuken. Van het nu door studenten bewoonde pand verkeert het interieur deels nog in oorspronkelijke staat.

Van het oude Algemeen Provinciaal-, Stads- en Academisch Ziekenhuis resteert na de ingrijpende recente nieuwbouw nog wel het uit 1902 daterende poortgebouw (Oostersingel) in late neorenaissance-vormen. De inrichting van de bestuurskamer uit dit gebouw is in 1995 in zijn geheel overgeplaats naar de bovenste verdieping van het nieuwe ziekenhuis. Nabij het Academisch Ziekenhuis verrezen diverse laboratoria naar ontwerp van Rijksbouwmeester J.A.W. Vrijman, waaronder het voorm. Fysiologisch Laboratorium (Bloemsingel 1) uit 1911 in neorenaissance-vormen de portierswoning Bloemsingel 3 stamt uit dezelfde tijd - en het voorm. Chemisch Laboratorium (Bloemsingel 10) uit 1910-'12 in een heroriëntatie op het 17de-eeuwse classicisme.