Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Grote of St.-Gertrudiskerk in Workum

betekenis & definitie

De (Herv.) Grote of St.-Gertrudiskerk (Merk 5) is een forse driebeukige hallenkerk met transept, vierzijdig gesloten koor en een vrijstaande toren van twee geledingen met tentdak en open koepeltje. De laat-gotische kerk kwam in enkele fasen tot stand.

Als eerste fase verrees rond 1480 het koor dat toen nog onderdeel uitmaakte van een eenbeukige voorganger, eind 15de eeuw gevolgd door het transept. Kort voor 1515 maakte men een begin met de bouw van het driebeukige schip.

Na het oorlogsgeweld van 1523 werden koor, transept en zijbeuken verhoogd en in 1524(d) van een nieuwe kap voorzien. Het westelijke deel van het schip bleef echter onvoltooid en werd in 1615 aan de westzijde dichtgezet; tegen de westgevel werden later nog enkele lage aanbouwen geplaatst.

Bij de bouw van het schip heeft men het koor en transept verhoogd. De eveneens onvoltooide toren ontstond eind 15de eeuw, werd rond 1524 verhoogd en kreeg in 1613 de huidige bekroning.

In de toren hangen een door Hendrik Wegewaert gegoten klok (1616) en een klok van Gerhardt Schimmel (1699). Tegen de zuidgevel van het koor bouwde men in het eerste kwart van de 16de eeuw een tweelaags sacristie, die in de 17de eeuw als Latijnse school fungeerde.

Bij de restauratie van de kerk in 1939-'51, onder leiding van J. de Meijer, is onder meer de sacristie ingrijpend gerestaureerd. De toren is in 1975, onder leiding van G.M. van Manen en J.

Zwart, en in 1999 gerestaureerd.Het kerkinterieur wordt gedekt door houten tongewelven. Tot de inventaris behoren delen van een door Claes Thiebbes vervaardigd koorhek (1569), acht beschilderde gildebaren uit de periode 1693-1806 (waarvan één afkomstig uit Hindeloopen), een rijk gesneden preekstoel in Lodewijk XIV-stijl (1718), vervaardigd door Gerbrand van der Haven aan wie ook de in dezelfde stijl uitgevoerde overhuifde herenbank (1718) wordt toegeschreven. Het in 1697 door Jan Harmensz. Camp (Jan Harmens van Berlicum) gebouwde orgel heeft de oorspronkelijke orgelkast met snijwerk van Jan Freercks; het instrument is in 1980 door de firma Flentrop vernieuwd met behoud van enkele oude onderdelen. Verder bevat de kerk onder meer veel grafzerken (oudste uit 1523), rouwborden voor burgemeester Isaak Merijn van Adius († 1719) en diens vrouw Engelbertina Barbera van Unckel († 1719) en een in 1911 opgericht epitaaf voor Wybo Hayoszoon Tuijnhout († 1715). Het kalkstenen doopvont (1943) is vervaardigd door Tj.

Visser. Op het omringende kerkhof bevindt zich onder meer het graf van de ondernemer J.M.A. Sinkel († 1832). De pastorie (Alde Wei 3) dateert uit circa 1940 en vertoont zakelijk-expressionistische invloeden.