(lap),
1. lol, grap: Toe begonne we, alweer voor de foef, Hein Rip te plaagen, V. LENNEP1 216;
2. smoesje waarmee problemen worden vermeden of waarmee men iemand tevreden probeert te stellen: Totnogtoe had ze haar geheim kunnen bewaren, met allerlei leugentjes en foeven, ROBBERS 319.