1. rietsuiker, saccharum; bestaat chemisch uit C12H22O11. (saccharose, een disaccharidej; belangrijk voedings- en genotmiddel, meestal uit beetwortels bereid;
2. suikers, een groep koolhydraten, welke bij plant en dier in zeer vele soorten voorkomen; de meeste smaken zoet en zijn witte kristallijne stoffen, oplosbaar in water; de voornaamste ondergroepen zijn de monosacchariden, disacchariden en polysacchariden.